MBO toelatingstoets oefenen

De mbo-toelatingstoets is een instaptoets waarmee een opleiding beoordeelt of je het niveau van mbo 2, 3 of 4 aankunt. De toets wordt meestal gebruikt wanneer je geen passend vooropleiding­diploma hebt of wanneer je 18 jaar of ouder bent en alsnog wilt instromen.

De toets meet je basisvaardigheden in taal, rekenen en logisch redeneren. Sommige aanbieders testen daarnaast studievaardigheden of persoonlijkheid. De uitslag bepaalt of je mag starten met de opleiding of dat aanvullende voorbereiding nodig is.

De meeste mbo-toelatingstoetsen bestaan uit drie vaste onderdelen: taal, rekenen en logisch redeneren. Deze onderdelen worden gebruikt door vrijwel alle grote testaanbieders, zoals NOA, AMN en NTI/LOI.

Hoe deze vaardigheden worden getest, verschilt per aanbieder. Je kunt vraagvormen krijgen zoals cijferreeksen, analogieën, figuurreeksen, ruimtelijk inzicht, begrijpend lezen, woordrelaties of snelheid en nauwkeurigheid. Bij sommige opleidingen worden daarnaast vakspecifieke onderdelen toegevoegd, bijvoorbeeld voor zorg-, techniek- of veiligheidsopleidingen.

Veel mbo-instellingen combineren de toets met een intakegesprek. De uiteindelijke toelating hangt daarom niet alleen af van je toetsscore, maar ook van hoe de opleiding jouw motivatie, houding en geschiktheid beoordeelt tijdens dit gesprek. Soms wordt hiervoor ook een persoonlijkheidstest ingezet.

Nee. De mbo-toelatingstoets verschilt per opleiding en per testaanbieder. De basis – taal, rekenen en logisch redeneren – blijft meestal hetzelfde, maar de manier van testen kan sterk variëren. Opleidingen gebruiken bijvoorbeeld toetsen van NOA, AMN of NTI/LOI, en deze hebben elk hun eigen vraagvormen en moeilijkheidsniveau.

Daarnaast voegen sommige opleidingen vakspecifieke onderdelen toe, bijvoorbeeld voor zorg-, veiligheids- of technische richtingen. Ook wordt de toets vaak gecombineerd met een intakegesprek, waardoor de uiteindelijke toelatingsbeslissing niet alleen van de toets afhangt, maar ook van je motivatie en geschiktheid zoals beoordeeld door de opleiding.

De inhoud en moeilijkheid van de mbo-toelatingstoets sluiten aan op het niveau waarvoor je je aanmeldt. Hoe hoger het niveau, hoe uitgebreider en abstracter de toets wordt.

Niveau 1 – Entreeopleiding
De meeste entreeopleidingen hebben geen toelatingstoets. Als er wél een toets wordt afgenomen, richt deze zich uitsluitend op basisvaardigheden in taal en rekenen (1F-niveau).

Niveau 2 – Basisberoepsopleiding
De toets bevat vooral basisrekenen, taalvaardigheid en eenvoudige vormen van logisch redeneren. Denk aan woordrelaties, korte rekensommen en eenvoudige patronen.

Niveau 3 – Vakopleiding
Hier wordt meer zelfstandigheid verwacht. De toets bevat vaak complexere rekenopgaven, analogieën, cijferreeksen, figuurreeksen en nauwkeurigheidstaken. Ook kan begrijpend lezen belangrijker worden.

Niveau 4 – Middenkader- en specialistenopleiding
De toets is op dit niveau het meest uitdagend. Je krijgt vaak abstract redeneren, ruimtelijk inzicht, ingewikkeldere reeksen, grotere tijdsdruk en soms studievaardigheden of persoonlijkheid. Specialistenopleidingen kunnen vakspecifieke onderdelen toevoegen.

Toelatingsbeslissing
Voor alle niveaus geldt dat de uitslag van de toets meestal wordt gecombineerd met een intakegesprek. De opleiding kijkt dus niet alleen naar je score, maar ook naar je motivatie en geschiktheid voor het beroep.

De moeilijkheid verschilt per aanbieder en per opleiding. De meeste toetsen testen vaardigheden op het niveau dat past bij mbo 2, 3 of 4, waardoor veel vragen relatief basisgericht zijn. Toch ervaren veel kandidaten de toets als uitdagend, vooral als het lang geleden is dat ze taal, rekenen of logisch redeneren hebben geoefend.

Daarnaast kunnen vraagvormen zoals cijferreeksen, analogieën, figuurreeksen of ruimtelijk inzicht nieuw aanvoelen. Ook kan tijdsdruk en spanning een rol spelen. Opleidingen beoordelen de uitslag meestal in combinatie met een intakegesprek, waardoor een lagere score niet altijd meteen betekent dat je wordt afgewezen. Goede voorbereiding helpt wel om de toets beter en met meer zelfvertrouwen te maken.

Ja. De meeste onderdelen van de mbo-toelatingstoets zijn goed te oefenen. Je kunt trainen op taal, rekenen, cijferreeksen, analogieën, figuurreeksen, ruimtelijk inzicht en andere vormen van logisch redeneren. Door te oefenen herken je sneller de patronen en vraagsoorten die in toetsen van NOA, AMN en NTI/LOI veel voorkomen.

De meeste mbo-toelatingstoetsen worden in het Nederlands afgenomen, omdat Nederlandse taalvaardigheid op 1F- of 2F-niveau een belangrijk onderdeel is van de beoordeling. Bij sommige particuliere aanbieders, zoals NTI en LOI, kan een deel van de instructies of vragen in het Engels voorkomen, maar dit verschilt per opleiding.

Een aantal opleidingen kiest bewust voor (deels) Engelstalige onderdelen wanneer de opleiding zelf sterk internationaal georiënteerd is. Controleer daarom altijd welke taal jouw school gebruikt. Heb je moeite met Engels? Voeg dan het oefenpakket Engelse taalvaardigheden toe aan aan je bestelling.