Een abstracte matrix test is een veelgebruikt onderdeel van assessments en sollicitaties. Werkgevers en opleidingen gebruiken deze test om te beoordelen hoe goed je logisch redeneert en abstract denkt. Een matrix test is moeilijk en goede voorbereiding is belangrijk.
Op deze pagina kun je matrixen oefenen met:
Wil je je perfect voorbereiden op je matrix assessment? Bekijk dan ons oefenpakket met 700+ matrixvragen, inclusief 17 realistische testsimulaties, studiegidsen en videotutorials.
Dit matrixen oefenpakket (30 dagen) bevat:
Let op: dit oefenpakket is momenteel uitsluitend in het Engels beschikbaar.
Zie meer
24/7 Klantenservice
Veilig en snel betalen
1M+ tevreden gebruikers
Robert, productexpert bij JobTestPrep
Heb je een vraag of opmerking over het oefenen van matrixen? Stuur 'm dan gerust een e-mail:
Deze oefentest bestaat uit 10 vragen op makkelijk tot gemiddeld niveau. Het bevat verschillende soorten matrixen, waaronder die voor Assessio en PiCompany.
Deze oefentest bestaat uit 10 vragen op moeilijk niveau. Het bevat verschillende soorten matrixen, waaronder die voor LTP en Talent Q.
Deze oefentest bestaat uit 10 vragen die perfect zijn afgestemd op de meest klassieke matrixvorm: de Raven test.
Een matrix test is een non-verbale intelligentietest die meet hoe goed je abstract en logisch kunt redeneren. Je krijgt een raster te zien – meestal een 3x3-veld – waarin één figuur ontbreekt. Het is de bedoeling dat je het ontbrekende figuur invult op basis van logische patronen in de rijen en kolommen.
Abstracte matrix tests zijn volledig visueel en bevatten geen taal of cijfers. Daardoor zijn ze geschikt om het denkvermogen van kandidaten eerlijk te vergelijken, ongeacht taalniveau of achtergrond.
De bekendste variant is de Raven’s Progressive Matrices, maar ook testaanbieders zoals LTP, Assessio, PiCompany en Talent Q gebruiken matrixvragen in hun assessments.
Een voorbeeld van een matrixvraag:
Welk figuur past logisch op de lege plek in het raster?
Klik op het juiste antwoord:
Fout
Fout
Juist!
Fout
Fout
Oplossing en uitleg:
Wanneer we van links naar rechts of van boven naar beneden gaan, neemt het aantal cirkels toe: eerst met één cirkel, daarna met twee cirkels. In de rechterkolom (of onderste rij) zien we eerst vier cirkels, daarna vijf. Het volgende vakje zou dus met twee moeten toenemen en zeven cirkels moeten bevatten.
De enige optie met zeven cirkels is antwoordoptie 3. Dit is dus het juiste antwoord.
Matrixvragen volgen in de meeste gevallen één van vijf vaste patronen. Als je deze logica herkent, wordt het veel makkelijker om - binnen de tijd - het juiste antwoord te vinden.
De 5 meestvoorkomende patronen:
Herken je het patroon? Dan volgt het antwoord meestal vanzelf.
Matrixen lijken in eerste instantie misschien eenvoudig, maar schijn bedriegt. De moeilijkheidsgraad van de vragen loopt vaak snel op, en veel mensen hebben moeite met presteren onder tijdsdruk. Oefenen helpt je om de onderliggende patronen sneller te herkennen en systematisch naar een oplossing toe te werken.
Door te oefenen:
Voor veel mensen maakt een goede voorbereiding het verschil tussen twijfel en zekerheid. En tussen net niet of wel door naar de volgende ronde.
Bij JobTestPrep proberen we je echte assessments altijd zo nauwkeurig mogelijk na te bootsen. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en kun je gericht oefenen. Ons matrixen oefenpakket bevat:
Er bestaan verschillende soorten matrix tests, afhankelijk van de aanbieder of het type assessment. Hoewel de opbouw vaak vergelijkbaar is – een raster met een ontbrekend figuur – verschillen de stijl, moeilijkheid en het doel van de test. Hieronder leggen we de bekendste matrix tests kort uit, inclusief voorbeelden.
De Raven test is de bekendste en oudste vorm van matrix-redeneren. Deze klassieke test bestaat uit matrixen met abstracte, zwart-witte figuren, waarbij de moeilijkheidsgraad met ieder opeenvolgend item toeneemt.
Er staat van oorsprong geen strikte tijdslimiet op Raven’s matrices, behalve als ze in een beoordelingscontext toch onder tijdsdruk worden afgenomen.
In Nederland wordt de Raven test vooral gebruikt in het onderwijs, bij loopbaanonderzoek en soms in klinische diagnostiek. Er bestaan meerdere versies (zoals SPM, APM en CPM), afhankelijk van doelgroep en niveau. Bekijk hieronder een voorbeeld van een Raven-matrixvraag.
Welk figuur past logisch op de lege plek in het raster?
Klik op het juiste antwoord:
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Juist!
Het juiste antwoord is optie 8.
Uitleg:
De derde afbeelding in de eerste twee rijen toont wat de eerste twee afbeeldingen in die rij gemeen hebben.
Dus: de derde afbeelding in de onderste rij moet weergeven wat de eerste twee afbeeldingen in die rij met elkaar delen.
Assessio (bekend van de Matrigma-test) hanteert matrixvragen als onderdeel van bredere capaciteitentests, vaak in combinatie met numerieke en verbale onderdelen. De matrixvragen zelf lijken sterk op die van Raven, maar bevatten soms modernere figuren en meer variatie in patronen.
Bekijk de volgende voorbeeldmatrix om te zien hoe zo’n vraag eruit kan zien.
Welk figuur past logisch op de lege plek in het raster?
Klik op het juiste antwoord:
Fout
Fout
Fout
Juist!
Het juiste antwoord is optie 4.
Uitleg:
In deze matrix loopt het patroon zowel horizontaal (per rij) als verticaal (per kolom). In elke rij en kolom verandert het aantal hartjes én hun kleur van vakje tot vakje. Elk vakje bevat een ander aantal hartjes en een andere kleur dan de andere vakjes in dezelfde rij of kolom.
Als we kijken naar de twee bekende vakjes in de rij: het ene heeft 3 hartjes, het andere 1. Het ontbrekende vakje moet dus 2 hartjes bevatten. Qua kleur zie je dat de eerste hartjes zwart zijn en de tweede oranje dus moet het derde vakje paarse hartjes bevatten. Optie 4 toont precies dat: 2 paarse hartjes.
Daarnaast geldt er een extra patroon: in elke rij en kolom is het totaal aantal hartjes steeds 6. Ook dat klopt bij optie 4.
LTP gebruikt matrixvragen als onderdeel van cognitieve assessments, vaak in combinatie met andere capaciteitentests zoals numeriek of verbaal redeneren. De nadruk ligt op snelheid en patroonherkenning onder druk. Deze tests worden veel gebruikt bij management- en selectieassessments in Nederland. Bekijk hieronder een typische matrixvraag uit de LTP-test.
Welk figuur past logisch op de lege plek in het raster?
Klik op het juiste antwoord:
Fout
Juist!
Fout
Fout
Fout
Het juiste antwoord is optie 2.
Uitleg:
In deze matrix geldt het volgende patroon: in elke rij en kolom bevat elk vakje drie vormen op verschillende posities, en de rechterbovenhoek is altijd leeg.
We kunnen antwoordoptie 3 uitsluiten, want daarin zit de lege plek op de verkeerde plek. In de derde rij en kolom ontbreekt nog een vakje met een O linksonder, dus we zoeken een optie waarin de O op die positie staat. Daarmee vallen ook opties 4 en 5 af.
Optie 1 kunnen we uitsluiten omdat er al een vakje is met een X rechtsonder in dezelfde rij of kolom.
De enige overblijvende correcte optie is daarom nummer 2.
PiCompany integreert matrixvragen in zijn Connector Ability-test, gericht op selectie en loopbaanontwikkeling. De figuren zijn vaak minder abstract dan bij Raven, maar bevatten meerdere logische regels tegelijk. De volledige capaciteitentest wordt digitaal afgenomen en bevat ook onderdelen zoals cijferreeksen en figuurreeksen. Bekijk hieronder een typische matrixvraag uit een PiCompany-test.
Welk figuur past logisch op de lege plek in het raster?
Klik op het juiste antwoord:
Juist!
Fout
Fout
Fout
Fout
Het juiste antwoord is optie 1.
Uitleg:
In deze matrix zie je het volgende patroon:
Horizontaal (van links naar rechts) wordt er steeds één extra vorm verwijderd: eerst één vorm (rechtsboven), daarna twee vormen (beide bovenaan). De resterende vormen blijven op dezelfde positie staan.
Verticaal (van boven naar beneden) verandert de vorm zelf, en komt er telkens één figuur bij.
Opties 2, 3 en 4 vallen af omdat ze het verkeerde aantal vormen bevatten. Optie 5 klopt niet, want daarin zijn de onderste twee vormen verwijderd, terwijl juist de bovenste twee weg zouden moeten zijn.
Daarom is optie 1 de enige juiste oplossing.
Talent Q (onderdeel van Korn Ferry) heeft een Elements-logical test die bestaat uit matrixvragen. Deze test is adaptief: hoe beter je het doet, hoe moeilijker de vragen worden. Je lost 12 matrixen op, met een strikte tijdslimiet van 75 seconden per vraag.
Deze test wordt vaak ingezet voor traineeships en functies op wo-niveau. Hieronder vind je een voorbeeldvraag uit de matrixstijl van Talent Q.
Welk figuur past logisch op de lege plek in het raster?
Klik op het juiste antwoord:
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Fout
Juist!
Het juiste antwoord is optie 14.
Uitleg:
Let op: dit is een moeilijke vraag, gebaseerd op complexe logica. Als je het niet goed had, geen zorgen. Lees de uitleg hieronder rustig door.
Eerste oplossingsmethode:
Elke cel bevat drie van de vijf symbolen: ¥ ∆ ≠ ☼ Ω, in een bepaalde volgorde. Zo wordt ‘∆’ altijd gevolgd door ‘≠’, en ‘☼’ altijd door ‘Ω’. Dit geeft aan dat er sprake is van een vaste volgorde van symbolen die zich als het ware door de matrix heen “verplaatst”.
De beweging van de symbolen loopt kolom voor kolom: van linksboven naar beneden, dan verder naar de bovenste cel van de middelste kolom, enzovoort.
Om dit beter te begrijpen kun je één symbool volgen – bijvoorbeeld ‘∆’. Dan zie je dat het symbool eerst één stap naar links “verplaatst”, daarna twee stappen naar rechts, enzovoort (zie illustratie hieronder).
Omdat er per cel maar drie symbolen getoond worden, verdwijnt een symbool soms uit beeld door deze beweging. Bijvoorbeeld: bij de overgang van de bovenste naar de middelste cel in de middelste kolom, verschuift de ‘∆’ twee plekken naar rechts en is daardoor niet meer zichtbaar.
Op dezelfde manier kun je zien dat bij de overgang van de bovenste naar de middelste cel in de rechterkolom, de symbolen één positie naar links verschuiven.
Als je dat patroon volgt, verschuiven de symbolen in de ontbrekende cel twee plekken naar rechts. Dat betekent dat ‘☼’ het rechter symbool wordt. Omdat de volgorde van symbolen zich herhaalt, zijn de linker- en middelste symbolen in de ontbrekende cel respectievelijk ‘∆’ en ‘≠’.
Tweede oplossingsmethode:
In elke rij komen twee identieke cellen voor, die een symbool delen met de derde, afwijkende cel. Als je kijkt naar twee naast elkaar liggende cellen die niet gelijk zijn, zie je dat het gedeelde symbool in beide gevallen het dichtst bij de andere cel staat. Vanuit die logica volgt dat ‘∆’ het linkersymbool moet zijn in de ontbrekende cel.
Daarnaast bevat elke kolom één symbool dat in alle drie de cellen voorkomt – één keer links, één keer in het midden en één keer rechts. In dit geval is dat ‘☼’, en die moet dus rechts staan. Het juiste antwoord is daarom optie 14.
Ongeacht welke matrix test je moet maken, is het slim om te oefenen met realistische matrixvragen. Elke aanbieder gebruikt een eigen stijl, maar de logica achter matrixen is vrijwel altijd hetzelfde.
Met het oefenpakket van JobTestPrep:
Matrix redeneren is een subtest binnen de officiële intelligentietests WISC-V (voor kinderen) en WAIS-IV (voor volwassenen). In deze test zie je een raster met abstracte figuren, waarbij één vakje ontbreekt. De taak is om het ontbrekende figuur te kiezen op basis van logische patronen, vergelijkbaar met een Raven-test.
Het doel van matrix redeneren is het meten van vloeiende intelligentie: je vermogen om nieuwe informatie logisch te analyseren, zonder hulp van taal of voorkennis. Deze subtest wordt in Nederland vooral gebruikt in het onderwijs, bij psychologische diagnostiek en in de GGZ.
In tegenstelling tot losse matrixtests - zoals Raven of LTP - is matrix redeneren onderdeel van een grotere IQ-test en wordt het individueel afgenomen door een psycholoog. Je komt deze test dus niet tegen bij reguliere sollicitatie-assessments, maar vooral in klinische of onderwijsgerelateerde contexten.
Let op: JobTestPrep biedt op dit moment geen specifiek oefenpakket aan voor de WISC of WAIS.
Wel helpt het oefenen met vergelijkbare matrixvragen – van testaanbieders zoals PiCompany, Talent Q of LTP – om vertrouwd te raken met de onderliggende logica. Vrijwel alle matrixvragen volgen namelijk dezelfde denkwijze: logisch redeneren op basis van visuele patronen.
Wil je je voorbereiden op een WISC- of WAIS-test met ons algemene matrixen oefenpakket? Stuur dan een e-mail naar robertk@jobtestprep.com en ontvang een kortingscode van 50%.
Matrixvragen meten je logisch en abstract redeneervermogen. Ze laten zien hoe goed je visuele patronen herkent, verbanden legt en ontbrekende informatie logisch aanvult.
Matrix tests zijn taalneutraal en daardoor geschikt om kandidaten objectief te vergelijken – ongeacht achtergrond of opleiding. Ze voorspellen leervermogen en probleemoplossend denken.
Bij klassieke tests zoals Raven of LTP krijg je meestal 30 tot 60 seconden per vraag. Bij adaptive tests (zoals Matrigma) is dit vaak precies 60 seconden per vraag.
De meeste mensen vinden matrixvragen in het begin lastig, maar met oefening worden de patronen snel herkenbaar. Oefenen maakt een groot verschil in snelheid én zekerheid.
Ja, matrixvragen – zoals die in de Raven’s Progressive Matrices of in de subtest Matrix Redeneren van de WISC/WAIS – worden soms gebruikt bij psychologisch onderzoek, waaronder bij mensen met (vermoeden van) autisme.
Dat komt doordat deze tests non-verbaal zijn en vooral het abstract redeneervermogen meten, zonder invloed van taalvaardigheid of sociale interactie. Hierdoor geven ze een objectief beeld van cognitieve vaardigheden bij mensen met een andere manier van informatie verwerken.
Niet goed? Geld terug
Sinds 1992 hebben we al meer dan 1 miljoen kandidaten geholpen bij hun sollicitatie of assessment. We bieden meer dan 1.000 oefenpakketten aan voor capaciteitentests, persoonlijkheidstests en opleidingsassessments. Alle pakketten zijn afgestemd op bekende testaanbieders, opleidingen en werkgevers.