Cijferreeksen oefenen: zo bereid je je optimaal voor op je assessment

Sta je op het punt een assessment te maken? Dan is de kans groot dat je cijferreeksen tegenkomt. Deze opgaven testen hoe snel en nauwkeurig je patronen kunt herkennen – en precies daar lopen veel kandidaten op vast.

Gelukkig kun je dit onderdeel uitstekend trainen. Met de juiste voorbereiding verbeter je je inzicht, werk je sneller én vergroot je je voorsprong op andere kandidaten.

In dit artikel ontdek je:

  • wat cijferreeksen precies zijn;
  • waarom oefenen zo belangrijk is;
  • tips en strategieën voor zowel makkelijke als moeilijke opgaven;
  • 13 gratis oefenvragen met verschillende moeilijkheidsniveaus.

Wil je daarna nog meer oefenen? Koop dan ons Cijferreeksen PrepPack™, inclusief 200+ oefenvragen, realistische testsimulaties en handige uitleg- en scorerapporten.


Cijferreeksen PrepPack™

Eenmalige betaling
1.000.000+ tevreden gebruikers

Dit Cijferreeksen PrepPack™ bevat:

  • 30 dagen toegang tot alle cijferreeksentests
  • 12 realistische assessmentsimulaties
  • 200+ oefenvragen met oplopende moeilijkheid
  • Uitgebreide uitleg per vraag
  • Alle verschillende soorten cijferreeksen (Fibonacci, kwadraten, oplopend etc.)
  • Persoonlijk scoreoverzicht na elke test
  • 100% online, op alle apparaten te gebruiken

Hoi! Ik ben Robert, product- en contentmanager bij JobTestPrep Nederland. Heb je een vraag of opmerking over het oefenen van cijferreeksen? Stuur me dan gerust een e-mail.

Inhoudsopgave

Wat zijn cijferreeksen?

Cijferreeksen zijn opgaven waarbij je het ontbrekende getal in een reeks moet vinden. Elke reeks volgt een logisch patroon – en het is aan jou om dat patroon te herkennen.

Deze vraagvorm komt veel voor in assessments, capaciteitentests en numeriek redeneren-tests. Werkgevers gebruiken ze om te meten hoe goed je logisch redeneert en onder tijdsdruk denkt.

Een eenvoudig voorbeeld: 2 – 4 – 6 – 8 – ?
Het patroon is telkens +2, dus het juiste antwoord is 10.

Maar lang niet alle reeksen zijn zo eenvoudig. Er zijn ook patronen die wisselen, verdubbelen of bestaan uit meerdere stappen.

Daarom is het slim om verschillende soorten cijferreeksen te leren herkennen – én te weten hoe je ze efficiënt oplost.

Waarom cijferreeksen oefenen?

Cijferreeksen lijken op het eerste gezicht eenvoudig, maar kunnen in de praktijk verrassend lastig zijn. Zeker onder tijdsdruk maken veel kandidaten fouten. Niet omdat ze het niet kunnen, maar omdat ze te weinig hebben geoefend.

Door te oefenen:

  • herken je patronen sneller
  • maak je minder fouten
  • werk je zelfverzekerder en efficiënter

Dat is essentieel in assessments, waar je meestal maar één kans krijgt én weinig tijd per opgave.

Bovendien zijn er veel verschillende soorten cijferreeksen. Door met diverse voorbeelden te oefenen, leer je de achterliggende logica sneller doorzien – of het nu om eenvoudige reeksen gaat of om complexere varianten met sprongen, wisselingen of combinaties.

Kortom: hoe meer je oefent, hoe beter je voorbereid bent. En dat merk je in je resultaat.

Gratis cijferreeksen test

Oefen met realistische voorbeeldvragen en krijg direct inzicht in jouw niveau. Deze oefening geeft je een voorproefje van wat je kunt verwachten tijdens een assessment in cijferreeksen.

Voorbeeldvraag 1 - Moeilijkheidsgraad: makkelijk

Welk getallen horen op de plekken van de vraagtekens?

1 | ? | 5 | ? | 9 | 11

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (B) – 3, 7.

Uitleg:

Er ontbreken twee getallen in de reeks. De enige twee zichtbare getallen die direct naast elkaar staan zijn 9 en 11 – met een verschil van 2.

Daarnaast zie je dat het verschil tussen 1 en 5 gelijk is aan 4, en ook tussen 5 en 9 is het verschil 4.
Met andere woorden: tussen het 1e en 3e, en het 3e en 5e getal zit een verschil van 4.

Daaruit kun je afleiden dat de ontbrekende getallen (tussen 1 en 5, en tussen 5 en 9) elk 2 hoger of lager zijn dan hun buren.

De getallen 3 en 7 passen precies in dat patroon en maken de reeks logisch compleet.

Voorbeeldvraag 2 - Moeilijkheidsgraad: makkelijk

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

3 | 8 | 15 | 24 | 35 | ?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C) – 48.

Uitleg:

Het verschil tussen de getallen neemt telkens toe met 2.

Daarom moet je bij het laatste getal in de reeks 13 optellen (11 + 2).

35 + 13 = 48

Het juiste antwoord is dus 48.

Voorbeeldvraag 3 - Moeilijkheidsgraad: makkelijk

Welke getallen horen op de plekken van de vraagtekens?

A3 | B4 | ? | ? | E7

Klik op het juiste antwoord:

Juist!

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (A) – C5, D6.

Uitleg:

Deze reeks volgt twee regels:

  • De letters schuiven telkens één plek op in het alfabet: A, B, C, D, E
  • De getallen nemen telkens met 1 toe, beginnend bij 3: 3, 4, 5, 6, 7

In deze vraag is het patroon in de letters al voldoende om tot het juiste antwoord te komen.

Voorbeeldvraag 4 - Moeilijkheidsgraad: makkelijk

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

6/3 | 5/4 | 4/5 | 3/6 | 2/7 | ?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Juist!

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (D) – 1/8.

Uitleg:

In deze reeks volgen de teller (eerste/bovenste getal) en de noemer (tweede/onderste getal) van elke breuk elk een eigen patroon: de teller neemt telkens af met 1, en de noemer neemt toe met 1.

Bij het laatste getal in de reeks (2/7) trek je dus 1 af van de teller (2 → 1) en tel je 1 op bij de noemer (7 → 8).

Het volgende getal in de reeks is dus: 1/8.

Voorbeeldvraag 5 - Moeilijkheidsgraad: gemiddeld

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

364 | 121 | 40 | 13 | 4 | ?

Klik op het juiste antwoord:

Juist!

Fout

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (A) – 1.

Uitleg:

De getallen in deze reeks worden geleidelijk steeds kleiner. Het is logisch om aan te nemen dat dit gebeurt door middel van aftrekken, delen of een combinatie daarvan.

In deze reeks wordt telkens eerst 1 afgetrokken, en het resultaat vervolgens gedeeld door 3 om het volgende getal te krijgen.

Bijvoorbeeld:
364 - 1 = 363 → 363 ÷ 3 = 121

Het laatste getal in de reeks:
4 - 1 = 3 → 3 ÷ 3 = 1

Het juiste antwoord is dus 1.

Voorbeeldvraag 6 - Moeilijkheidsgraad: gemiddeld

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

2 | 6 | 12 | ? | 30

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (B) – 20.

Uitleg:

Er zijn twee manieren om deze cijferreeks te benaderen:

(1) De tussenstappen nemen steeds met 2 toe:

(2) Je kunt de getallen ook zien als producten van opeenvolgende getallen:

  • 1 x 2 = 2
  • 2 x 3 = 6
  • 3 x 4 = 12
  • 4 x 5 = 20
  • 5 x 6 = 30

Het ontbrekende getal in de reeks is dus 20.

Voorbeeldvraag 7 - Moeilijkheidsgraad: gemiddeld

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

1 | 1/2 | 3/9 | 5/20 | ?

Klik op het juiste antwoord:

Juist!

Fout

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (A) – 1/5.

Uitleg:

Deze reeks is niet zo moeilijk zodra je doorhebt dat het trucje zit in de manier waarop de getallen zijn gepresenteerd.

Om het overzichtelijker te maken, kun je sommige getallen herschrijven:

  • 1 = 1/1
  • 3/9 = 1/3
  • 5/20 = 1/4

De reeks wordt dan: 1/1, 1/2, 1/3, 1/4, …

De noemer (het onderste/tweede getal in de breuk) neemt telkens met 1 toe. Het volgende getal in de reeks is dus: 1/5.

Voorbeeldvraag 8 - Moeilijkheidsgraad: gemiddeld

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

0.1 | 0.4 | ? | 1.6 | 2.5

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C) – 0,9.

Uitleg:

Er zijn twee manieren om deze cijferreeks te benaderen:

(1) De tussenstappen nemen steeds met 0,2 toe:

(2) Je kunt de getallen ook als breuken bekijken:

  • 0,1 = 1/10
  • 0,4 = 4/10
  • 0,9 = 9/10
  • 1,6 = 16/10
  • 2,5 = 25/10

De getallen in de teller (het bovenste/eerste getal van de breuk) zijn allemaal kwadraten: 1², 2², 3², 4², 5²

Het ontbrekende getal is dus 9/10 = 0,9.

Tip: zie je het patroon niet meteen? Probeer dan elk antwoordoptie in te vullen op de plek van het ontbrekende getal. Kijk vervolgens bij welke optie de verschillen tussen de getallen logisch toenemen – zoals in de uitleg hierboven.

Voorbeeldvraag 9 - Moeilijkheidsgraad: gemiddeld

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

3 | 3 | 3 | 6 | 3 | 9 | 3 | ?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C) – 12.

Uitleg:

Er zijn twee manieren om deze cijferreeks te benaderen:

(1) De reeks bestaat uit twee afzonderlijke deelreeksen, elk met een eigen patroon:

  • De oneven posities (1e, 3e, 5e, ...) blijven steeds gelijk: 3
  • De even posities nemen telkens toe met +3:
    • 3 + 3 = 6,
    • 6 + 3 = 9,
    • 9 + 3 = 12

(2) Je kunt ook kijken naar de onderliggende bewerkingen:

De reeks volgt twee regels:

  • De wiskundige bewerkingen tussen de getallen wisselen elkaar af in een vast patroon (bijvoorbeeld vermenigvuldigen en delen).
  • Elke twee stappen wordt het getal waarmee je vermenigvuldigt of deelt met 1 verhoogd.

Het ontbrekende getal in de reeks is dus 12.

Voorbeeldvraag 10 - Moeilijkheidsgraad: moeilijk

Welke getallen horen op de plekken van de vraagtekens?

12 | 13 | 14 | 10 | 11 | 14 | ? | ?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Juist!

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (D) – 8, 9.

Uitleg:

Er zijn twee manieren om deze cijferreeks te benaderen:

(1) De reeks bestaat uit drietallen die een vast patroon volgen:

  • Het eerste getal van elk drietal is telkens 2 minder dan het eerste getal van het vorige drietal: 12, 10, 8.
  • Het tweede getal is ook telkens 2 minder dan het tweede getal van het vorige drietal: 13, 11, 9.
  • Het getal 14 komt steeds op de derde plek van elk drietal voor.

(2) Je kunt de reeks ook als volgt bekijken:

Elk drietal is onderling verbonden en volgt deze regels:

  • Het tweede getal is steeds het eerste getal plus 1.
  • Het derde getal is altijd hetzelfde: 14.
  • Het eerste getal van elk drietal is gelijk aan het tweede getal van het vorige drietal min 3.

Voorbeeldvraag 11 - Moeilijkheidsgraad: moeilijk

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

2 | 3 | 6 | 15 | 42 | ?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C) – 123.

Uitleg:

De reeks in deze vraag volgt het volgende patroon:
(a - 1) × 3, waarbij a het vorige getal in de reeks is.

Dus:
1e getal = 2
2e = (2 - 1) × 3 = 3
3e = (3 - 1) × 3 = 6
4e = (6 - 1) × 3 = 15
5e = (15 - 1) × 3 = 42
6e = (42 - 1) × 3 = 123

Het juiste antwoord is dus 123.

Voorbeeldvraag 12 - Moeilijkheidsgraad: moeilijk

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

0.5 | 3 | 28 | ? | 2778

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (B) – 278.

Uitleg:

De reeks in deze vraag volgt het volgende patroon:
(a - 0,2) × 10, waarbij a het vorige getal is.

Dus:
1e getal = 0,5
2e = (0,5 - 0,2) × 10 = 3
3e = (3 - 0,2) × 10 = 28
4e = (28 - 0,2) × 10 = 278
5e = (278 - 0,2) × 10 = 2778

Het juiste antwoord is dus 278.

Voorbeeldvraag 13 - Moeilijkheidsgraad: zeer moeilijk

Welk getal hoort op de plek van het vraagteken?

4 | 18 | 48 | 100 | ? | 294

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C) – 180.

Uitleg:

Elk element in de reeks bestaat uit een getal vermenigvuldigd met het kwadraat van het volgende getal. In formulevorm: a × (a + 1)², waarbij a telkens met 1 toeneemt.

Dus:
4 = 1 × 2²
18 = 2 × 3²
48 = 3 × 4²
100 = 4 × 5²
180 = 5 × 6²
294 = 6 × 7²

Tip: Reeksen waarbij je een formule moet ontdekken, zijn vaak het lastigst. Ze zijn minder intuïtief en vereisen secuur redeneren.

Toch geldt: tijdens het assessment moet je zo’n vraag snel én zonder rekenmachine kunnen oplossen. Dat betekent dat de gebruikte formules meestal eenvoudig en herkenbaar zijn. Denk aan:

  • Vermenigvuldigingen met opeenvolgende getallen
  • Machten (kwadraten, derdemacht)
  • Een vaste volgorde van bewerkingen

Probeer altijd eerst een van de bekende rekenstructuren voordat je op zoek gaat naar iets ingewikkelds en tijdrovends. Alleen als je alle andere opties hebt uitgesloten, blijft een ingewikkelde formule (zoals in deze voorbeeldvraag) over. 

Meer oefenen?

Wil je verder oefenen met realistische cijferreeksen als voorbereiding op je assessment? Ons Cijferreeksen PrepPack™ bevat alles wat je nodig hebt om je grondig voor te bereiden: honderden oefenvragen, uitgebreide uitleg, slimme tips en realistische testsimulaties.

Moeilijke cijferreeksen oplossen: tips en strategieën

Niet elke cijferreeks is logisch of lineair opgebouwd. Sommige reeksen bevatten sprongen die telkens veranderen, vermenigvuldigingen, exponenten of zelfs meerdere patronen door elkaar. Juist deze varianten kosten veel kandidaten tijd en punten.

Met onderstaande strategieën pak je moeilijke cijferreeksen slimmer aan:

  • Werk van links naar rechts. Bekijk steeds twee opeenvolgende getallen en noteer wat er gebeurt: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen.
  • Let op het verschil van het verschil. Zie je geen duidelijk patroon? Kijk dan naar de verschillen tussen de verschillen – dat onthult vaak een verborgen structuur.
  • Gebruik de antwoordopties als hulpmiddel. In multiplechoice-vragen kun je opties uitsluiten of juist terugrekenen vanaf het vermoedelijke juiste antwoord.
  • Controleer of het patroon wisselt. Sommige reeksen bestaan uit twee afwisselende subreeksen. Bekijk bijvoorbeeld de getallen op even en oneven posities afzonderlijk van elkaar.
  • Let op de positie van het ontbrekende getal. Staat het getal aan het begin van de reeks? Dan heb je minder informatie, en wordt het oplossen lastiger. Werk dan terug van achter naar voren.
  • Herken de verschillende soorten cijferreeksen. Door te oefenen met verschillende soorten cijferreeksen – zoals machtsverhoudingen of Fibonacci-reeksen – leer je patronen sneller herkennen.
  • Gebruik kladpapier. Schrijf tussenstappen op om overzicht te houden, denkfouten te voorkomen en sneller te werken.

Bij twijfel: blijf niet te lang hangen. Ga verder naar de volgende vraag en kom later terug als er tijd over is.

Welke verschillende soorten cijferreeksen zijn er?

Cijferreeksen kunnen op allerlei manieren zijn opgebouwd. Door de verschillende soorten te herkennen, wordt het makkelijker om het onderliggende patroon te doorzien. Dit zijn de meest voorkomende typen:

  • Rekenkundige reeksen. Elk getal wordt gevormd door telkens hetzelfde getal op te tellen of af te trekken. Voorbeeld: 3 – 6 – 9 – 12 – ?
  • Meetkundige reeksen. Elk getal ontstaat door te vermenigvuldigen of te delen met een vast getal. Voorbeeld: 2 – 4 – 8 – 16 – ?
  • Exponentiële reeksen. De getallen zijn gebaseerd op kwadraten of machten, zoals 2², 3² of 2³. Voorbeeld: 1 – 4 – 9 – 16 – ?
  • Machtsreeksen. Reeksen waarbij de getallen machtsverhoudingen volgen, zoals kwadraten (x²) of derdemachten (x³).
  • Tweeledige reeksen. Het verschil tussen de getallen vormt zelf een aparte reeks, die je moet herkennen om de oplossing te vinden.
  • Gemengde reeksen. Deze bestaan uit meerdere wiskundige regels die door elkaar lopen.
  • Afwisselende reeksen. Om de beurt vormen twee subreeksen samen één reeks. De getallen op oneven en even posities volgen elk hun eigen patroon.
  • Fibonacci-reeksen. Elk getal is de som van de twee voorgaande getallen. Voorbeeld: 1 – 1 – 2 – 3 – 5 – 8 – ?
  • Combinatiereeksen. Complexe reeksen die meerdere van bovenstaande principes combineren.

Hoe vaker je deze reeksen tegenkomt tijdens het oefenen, hoe sneller je ze herkent tijdens een test.

Veelgestelde vragen over cijferreeksen

Dat verschilt per test, maar meestal ligt de tijdslimiet tussen de 30 en 90 seconden per vraag. Omdat je onder tijdsdruk werkt, is het belangrijk dat je snel patronen herkent en efficiënt werkt. Oefening is daarbij essentieel.


Cijferreeksen zijn een vast onderdeel van veel capaciteitentests, vooral bij functies waarbij logisch en analytisch denken belangrijk is. Je komt ze onder andere tegen in:

  • politietests
  • hbo-toelatingstoetsen
  • selectieprocedures bij consultancybedrijven
  • assessments van o.a. LTP, PiCompany en Korn Ferry.

Er is geen vaste norm, maar meestal geldt: hoe hoger je scoort ten opzichte van andere kandidaten, hoe beter. Als je bij de beste 25% hoort, zit je doorgaans goed.

Let op: sommige werkgevers gebruiken een vaste normscore, terwijl anderen je vergelijken met een referentiegroep. Hoe dan ook: goed oefenen maakt altijd verschil.


Ja, ChatGPT kan cijferreeksen analyseren en oplossen – vooral als het patroon logisch en eenduidig is.

Let wel: hoe complexer de reeks, hoe groter de kans dat ChatGPT fouten maakt. Daarom raden we altijd aan om te oefenen met door mensen samengestelde en gecontroleerde tests. 

Onze oefenpakketten zijn ontwikkeld door experts en zorgvuldig getest, zodat je zeker weet dat je traint met realistische en betrouwbare opgaven.