Q1000 test oefenen – Bereid je optimaal voor op jouw assessment

Moet je de Q1000 test maken voor een sollicitatie of loopbaantraject? Op deze pagina krijg je uitleg en kun je gratis oefenen voor beide onderdelen van de test:

Wil je je perfect voorbereiden op je Q1000 assessment van Eelloo/Assessio Bloom? Werp dan een blik op ons Q1000 oefenpakket, inclusief 2000+ oefenvragen, uitgebreide studiegidsen en realistische testsimulaties.


Q1000 (Eelloo/Assessio Bloom) oefenpakket

Eenmalige betaling

Dit Q1000 oefenpakket bevat:

  • 30 dagen toegang tot alle onderdelen van de Q1000 test
  • 2000+ oefenvragen met heldere uitleg bij elk antwoord
  • Realistische testsimulaties mét tijdsdruk, net als in het echte assessment
  • Gerichte training op de onderdelen van de Q1000 capaciteitentest:
    cijferreeksen, figuurreeksen, analogieën, en sommen
  • Voorbereiding op de persoonlijkheidstest, inclusief oefenvragen en profielanalyse
  • Praktische tips en strategieën om je score slim en effectief te verbeteren

 

Let op: dit oefenpakket is momenteel uitsluitend in het Engels verkrijgbaar en bevat GEEN oefenvragen voor Venn-diagrammen. Daarom betaal je tijdelijks slechts €19 i.p.v. €59.

Niet goed? Geld terug

Hoi! Ik ben Robert, product- en contentmanager bij JobTestPrep Nederland. Heb je een vraag of opmerking over het oefenen van de Q1000-test? Stuur me dan gerust een e-mail.

Inhoudsopgave

Wat is de Q1000 test?

De Q1000 is een psychologische test die wordt gebruikt om te bepalen of je geschikt bent voor een functie of opleiding. De test is ontwikkeld door Assessio Bloom (voorheen bekend als Eelloo of Meurs) en bestaat uit twee onderdelen:

  • Een capaciteitentest, die je cognitieve vaardigheden meet, zoals logisch redeneren, werken met cijfers en het herkennen van patronen.
  • Een persoonlijkheidstest, die inzicht geeft in hoe je werkt, reageert op situaties en samenwerkt met anderen.

Afhankelijk van het doel van het assessment – selectie, ontwikkeling of loopbaanadvies – krijg je één of beide onderdelen voorgelegd.

Welke onderdelen zitten in de Q1000 capaciteitentest?

De Q1000 capaciteitentest is beschikbaar in verschillende versies, afgestemd op de functie en het opleidingsniveau van de kandidaat. Elke versie bestaat uit meerdere onderdelen die je logisch denkvermogen, taalvaardigheid, cijfermatig inzicht en visueel-ruimtelijk vermogen meten.

Een overzicht:

Versie

Niveau

Onderdelen

Duur

QCB (Q1000 capaciteiten basis)

VMBO

analogieën, classificeren, lezen, rekenen, figuurreeksen

70 min

QCM (Q1000 capaciteiten midden)

MBO

analogieën, diagrammen, cijferreeksen, rekenen, figuurreeksen, kubussen

80 min

QCH (Q1000 capaciteiten hoog)

HBO/WO

analogieën, diagrammen, cijferreeksen, sommen, figuurreeksen, kubussen

90 min

QCMV (Q1000 capaciteiten midden verkort)

MBO

analogieën, diagrammen, cijferreeksen, rekenen, figuurreeksen, kubussen

40 min

QCHV (Q1000 capaciteiten hoog verkort)

HBO/WO

analogieën, diagrammen, cijferreeksen, sommen, figuurreeksen, kubussen

40 min

De verkorte versies van de Q1000 test worden vaak online afgenomen, de volledige versies op locatie.

In het volgende deel leggen we per onderdeel uit wat je kunt verwachten en kun je meteen gratis oefenen.

Q1000 capaciteitentest oefenen

Hieronder vind je uitleg en gratis oefenvragen voor de vijf onderdelen die je kunt tegenkomen in de Q1000 capaciteitentest. Kies je onderdeel en begin direct met oefenen:

1. Analogieën

In dit onderdeel moet je relaties tussen woorden herkennen. Je ziet telkens twee woordparen tegenover elkaar, gescheiden door een = teken. De uitdaging is om een woordpaar te kiezen waarbij de relatie links van het = teken hetzelfde is als die rechts van het = teken.

Bijvoorbeeld: melk : koe = ei : kip.
Melk komt van een koe, ei komt van een kip → de relatie is dus “afkomst”.

In de Q1000 test krijg je 50 seconden per vraag. Een aantal voorbeeldvragen:

Voorbeeld 1 - Analogie

Welke woord past logisch op de lege plek?

verlegen : blozen = angst : ...

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C): zweten.

Uitleg:

Blozen is een lichamelijke reactie op verlegen zijn, net zoals zweten een lichamelijke reactie is op angst. De relatie is dus: verlegen : blozen = angst : zweten.

De andere opties zijn geen directe fysieke uitingen van angst of passen niet logisch in de analogie.

Voorbeeld 2 - Analogie

Welke woorden passen logisch op de lege plekken?

protagonist : antoganist = ... : ...

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (B): antoniem : synoniem.

Uitleg:

De protagonist (in de literatuur: de hoofdpersoon of held) is het tegenovergestelde van de antagonist (de tegenstander of vijand van de hoofdpersoon), net zoals een synoniem (een woord met dezelfde betekenis als een ander woord) het tegenovergestelde is van een antoniem (een woord met een tegengestelde betekenis).

Voorbeeld 3 - Analogie

Welke woorden passen logisch op de lege plekken?

... : elektriciteit = traktor : ...

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C): lamp : benzine.

Uitleg:

Een lamp werkt op elektriciteit, net zoals een traktor op benzine werkt.

De relatie is dus: apparaat : energiebron.

De andere opties met een van deze woorden kloppen niet:

  • douche: een douche werkt niet op elektriciteit
  • machine: een machine is geen energiebron van een traktor

💡 Gouden tip voor Q1000 analogieën

Probeer de relatie tussen de woorden altijd in een logische zin te zetten. Bijvoorbeeld: “Een pup is een jong van een hond, net zoals een kitten een jong is van een kat.” Lukt dat voor beide kanten van de vergelijking? Dan heb je de juiste relatie te pakken. Richt je minder op de losse betekenissen en meer op de structuur van de relatie. Dat is de sleutel tot een goed antwoord.

 

Let op: de Q1000 test gebruikt vooral analogieën in deze vorm:

… : [woord] = [woord] : …

Meer oefenen met analogieën?

Ons oefenpakket voor de Q1000 test bevat 150+ oefenvragen speciaal voor het onderdeel analogieën. Je oefent met verschillende soorten woordrelaties: van synoniemen en tegenstellingen tot oorzaak-gevolg en onderdeel-geheel.

 

Daarbovenop krijg je toegang tot 6 volledige testsimulaties met tijdsdruk, zodat je precies weet wat je kunt verwachten tijdens het echte assessment.

2. Figuurreeksen

Bij figuurreeksen in de Q1000 test zie je een reeks van abstracte figuren waarin telkens een klein element verandert. De vraag is: welk figuur volgt logisch in de reeks?

Je wordt getest op je visueel-analytisch inzicht: kun jij patronen, verbanden of trends herkennen in figuren of schema's?

Een aantal voorbeelden:

Voorbeeld 1 - Figuurreeksen

Welk figuur volgt logisch in de reeks?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Juist!

Fout

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (B):

Uitleg:

Het patroon in deze reeks is dat elke figuur één zijde minder heeft dan de vorige. Het laatste figuur dat je ziet is een vierkant met vier zijden, dus het volgende figuur moet er drie hebben. Dus: een driehoek.

Voorbeeld 2 - Figuurreeksen

Welk figuur volgt logisch in de reeks?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Juist!

Fout

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (B):

Uitleg:

Het vierkant is verdeeld in een raster van negen kleinere vierkanten. In de middelste rij zie je een lijn die het vak horizontaal doorsnijdt. In elk volgend diagram schuift deze lijn één vakje naar rechts. Zodra de lijn uit beeld verdwijnt, begint hij opnieuw aan de linkerkant. In het volgende diagram hoort de lijn dus in het middelste vak te staan.

Linksonder in het raster staat een schuine lijn (diagonaal) die het vierkant doorkruist. Deze verdwijnt in de twee daaropvolgende diagrammen en verschijnt dan opnieuw, maar in de tegenovergestelde richting. Logischerwijs zal deze lijn in het volgende figuur óf weer verdwijnen, óf opnieuw van richting veranderen.

In het middelste vak van de onderste rij staat een verticale lijn van boven naar beneden. Deze lijn verschijnt drie keer achter elkaar en verdwijnt vervolgens twee keer. Daarom wordt verwacht dat hij in het volgende figuur opnieuw verdwijnt.

Tot slot is er een X in het linkerbovenhoekje van het raster. Deze beweegt diagonaal over het raster, heen en weer. In het volgende figuur zou de X in het midden van het raster moeten staan.

Voorbeeld 3 - Figuurreeksen

Welk figuur volgt logisch in de reeks?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Fout

Juist!

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (E):

Uitleg:

In elke stap draaien twee vierkanten een kwartslag. Elk vierkant bestaat uit een wit en een zwart driehoekje, en de richting waarin ze wijzen verandert steeds. De draairichting kan per stap verschillen, zolang het figuur er maar anders uitziet dan in de vorige stap.

De rotatie gebeurt in een vast patroon, met de klok mee: eerst draaien de bovenste twee vierkanten, dan de rechter twee, daarna de onderste, en vervolgens de linker twee. Daarna begint het weer van voren af aan.

Elk paar draait twee keer achter elkaar, en blijft daarna twee stappen lang hetzelfde.

Volgens dit patroon zijn nu de bovenste twee vierkanten weer aan de beurt om te draaien.

💡 Gouden tip voor Q1000 figuurreeksen

Figuurreeksen zijn als visuele puzzels: het draait vaak om één simpele verandering per stap. Kijk daarom eerst naar:

  • Aantal elementen (lijnen, vakken, stippen)
  • Positie of richting (verschuift iets met of tegen de klok in?)
  • Afwisseling of herhaling (volgen de verschuivingen een vast patroon?)

Zie je het patroon niet direct? Splits de reeks dan op. Vergelijk eerst alleen figuur 1 en 2, daarna 2 en 3 etc.. Zo valt het patroon sneller op.

Meer oefenen met figuurreeksen?

Ons oefenpakket voor de Q1000 test bevat 500+ oefenvragen specifiek gericht op figuurreeksen en verdeeld over vijf veelvoorkomende vraagsoorten:

  • Volgorde herkennen – welk figuur volgt logisch in de reeks?
  • Matrixen (3x3) – welk figuur ontbreekt in het raster?
  • Uitzonderingen vinden – welk figuur wijkt af van de rest?
  • A/B-sets – hoort een figuur bij set A, set B, of geen van beide?
  • Visuele analogieën – figuur A staat tot B zoals figuur C staat tot…?

Zo bereid je je optimaal voor op de visuele denkvragen van de Q1000 test, inclusief variaties die je mogelijk ook in het echte assessment tegenkomt.

3. Cijferreeksen

Bij het onderdeel cijferreeksen van de Q1000 test draait het om het herkennen van getalpatronen. Je krijgt een reeks getallen te zien, en jouw taak is om de twee logische vervolggetallen te vinden.

De onderliggende patronen kunnen bestaan uit:

  • Optellen of aftrekken
  • Vermenigvuldigen of delen
  • Of een combinatie daarvan

Dit onderdeel meet je analytisch denkvermogen en rekeninzicht. Voor elke opgave heb je 70 seconden de tijd, dus snelheid en nauwkeurigheid zijn allebei belangrijk. Enkele voorbeelden:

Voorbeeld 1 - Cijferreeksen

Welk getallen passen logisch op de plekken van de vraagtekens?

58 | 62 | 66 | 70 | ? | ? 

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Juist!

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (D) 74 | 78.

Uitleg:

In deze cijferreeks wordt steeds 4 opgeteld bij het vorige getal:
58 → 62 → 66 → 70 → 74 → 78

Het patroon is dus: +4, +4, +4...
Daarom zijn 74 en 78 de juiste vervolgstappen in de reeks.

Voorbeeld 2 - Cijferreeksen

Welk getallen passen logisch op de plekken van de vraagtekens?

100 | 97 | 91 | 88 | ? | ?

Klik op het juiste antwoord:

Juist!

Fout

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (A) 82 | 79.

Uitleg:

In deze reeks wordt er afwisselend 3 en 6 afgetrokken:

  • 100 – 3 = 97
  • 97 – 6 = 91
  • 91 – 3 = 88
  • 88 – 6 = 82
  • 82 – 3 = 79

Patroon: –3, –6, –3, –6, …
Daarom zijn 82 en 79 de juiste vervolgstappen.

Voorbeeld 3 - Cijferreeksen

Welk getallen passen logisch op de plekken van de vraagtekens?

2 | 4 | 8 | 16 | ? | ?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (B) 32 | 64.

Uitleg:

In deze cijferreeks wordt een getal vermenigvuldigd met 2 om het volgende getal te krijgen:

  • 2 × 2 = 4
  • 4 × 2 = 8
  • 8 × 2 = 16
  • 16 × 2 = 32
  • 32 × 2 = 64

Het patroon is dus: ×2
Daarom zijn 32 en 64 de juiste vervolgstappen in de reeks.

💡 Gouden tip voor Q1000 cijferreeksen

Begin altijd met het verschil tussen opeenvolgende getallen. Vaak is het patroon eenvoudiger dan het lijkt. Kijk bijvoorbeeld of er sprake is van:

  • Vast verschil (bijv. steeds +4 of –6)
  • Vermenigvuldiging of deling (bijv. ×2 of :3)
  • Afwisseling (bijv. +2, ×2, +2, ×2…)
  • Oplopende of afnemende stappen (bijv. –1, –2, –3…)

Extra tip: noteer de tussenstappen (bijv. +4, +4, +4) op papier. Zo zie je sneller het patroon.

Meer oefenen met cijferreeksen?

Ons oefenpakket voor de Q1000 capaciteitentest bevat 250+ oefenvragen speciaal voor het onderdeel cijferreeksen.

 

Sommige opgaven zijn zelfs expres iets moeilijker dan in het echte assessment. Waarom? Omdat je zo zelfverzekerd en voorbereid de test ingaat. Als je deze oefenvragen aankunt, ben je klaar voor elke cijferreeks die je tijdens de Q1000 tegenkomt.

4. Venn-diagrammen

Dit onderdeel onderzoekt of je relaties tussen groepen (verzamelingen) kunt herkennen en correct kunt weergeven in een visueel model. De groepen worden voorgesteld als cirkels die elkaar kunnen overlappen of juist niet.

Je krijgt een korte beschrijving van de drie groepen, en kiest het diagram (Venn-diagram) dat het best laat zien hoe deze groepen zich tot elkaar verhouden. Zo test de Q1000 je vermogen om logische verbanden visueel te ordenen. 

Hier enkele voorbeelden:

Voorbeeld 1 – Venn-diagram

Welke visuele weergave past bij deze woordrelatie:

Katten – Dieren – Zwart-witte dieren

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Fout

Juist!

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is optie 5.

Uitleg:

Er zijn drie groepen: katten, dieren en zwart-witte dieren.

  • Alle katten zijn dieren → de cirkel ‘Katten’ moet volledig binnen ‘Dieren’ vallen.
  • Sommige katten zijn zwart-wit → er is gedeeltelijke overlap tussen ‘Katten’ en ‘Zwart-witte dieren’.
  • Niet alle zwart-witte dieren zijn katten (denk aan zebra’s) → ‘Zwart-witte dieren’ overlapt deels met ‘Dieren’, maar niet volledig met ‘Katten’.

Het juiste diagram toont dus:

  • ‘Katten’ volledig binnen ‘Dieren’
  • ‘Zwart-witte dieren’ deels overlappend met beide

Voorbeeld 2 – Venn-diagram

Welke visuele weergave past bij deze woordrelatie:

Studenten – Mensen met een bijbaan – Mensen die voltijd werken

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is optie 4.

Uitleg:

Er zijn drie groepen: studenten, mensen met een bijbaan, en mensen die voltijd werken.

  • Sommige studenten hebben een bijbaan.
  • Sommige studenten werken voltijd (bijvoorbeeld in een duale opleiding).
  • Mensen met een bijbaan zijn niet altijd student of werken voltijd.
  • Niet alle voltijd werkende mensen zijn student.
  • Sommige mensen werken voltijd en hebben nog een tweede baan (bijbaan) ernaast.

Er is dus gedeeltelijke overlap tussen alle groepen, maar ze vallen niet volledig in elkaar. Het juiste diagram laat dat zien met drie cirkels die elkaar deels overlappen.

💡 Gouden tip voor Q1000 diagrammen

Begin bij de groep waarvan je zeker weet hoe die zich verhoudt tot de andere — bijvoorbeeld: “alle katten zijn dieren” → dus de cirkel "katten" moet volledig binnen de cirkel "dieren" vallen.

 

Spreek daarnaast de relatie hardop uit (of schrijf het op) en let daarbij op trefwoorden zoals:

  • alle → volledige overlap of insluiting
  • sommige → gedeeltelijke overlap
  • geen → geen overlap

Nog slimmer aanpakken?
Teken (in gedachten of op papier) zelf drie cirkels en probeer ze logisch te positioneren voordat je naar de antwoordopties kijkt. Zo voorkom je dat je op vorm let in plaats van op betekenis.

5. Sommen

In het onderdeel 'Sommen' (ook wel redactiesommen genoemd) van de Q1000 test krijg je praktische rekensommen in tekstvorm. Je leest een korte situatiebeschrijving (bijvoorbeeld over geld, tijd of werktempo) en moet daaruit afleiden welke berekening nodig is om tot het juiste antwoord te komen.

Je wordt hiermee getest op:

  • Hoe goed je bent in relevante informatie uit een tekst halen
  • Hoe snel en nauwkeurig je een berekening maakt
  • Hoe goed je logisch kunt nadenken in alledaagse situaties

Voorbeelden van vraagstellingen:

  • Hoeveel kost iets in totaal?
  • Hoe lang duurt een taak als twee machines samenwerken?
  • Hoeveel moet je betalen als je korting krijgt?

Elke opgave test zowel je rekenvaardigheid als je begrip van tekst en context. Een aantal voorbeelden:

Voorbeeld 1 - (redactie)sommen

Wat is het juiste antwoord op de verhaalsom?

Twee computertoetsenborden kosten €22. Hoeveel kosten zeven toetsenborden?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Juist!

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (D) €77.

Uitleg:

Als twee toetsenborden €22 kosten, dan kost één toetsenbord:
€22 ÷ 2 = €11

Zeven toetsenborden kosten dan:
7 × €11 = €77

Voorbeeld 2 - (redactie)sommen

Wat is het juiste antwoord op de verhaalsom?

Machines A, B, C en D doen er respectievelijk 8, 10, 12 en 14 uur over om één product te maken.

Hoeveel uur langer doen machines B en C er samen over om 22 producten te maken, dan machines A en D samen?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het juiste antwoord is (C) 8.

Uitleg:

Stap 1 – Bepaal het gecombineerde werktempo van machines B en C:

  • B: 1 product per 10 uur → 1/10
  • C: 1 product per 12 uur → 1/12
  • Samen: 1/10 + 1/12 = 6/60 + 5/60 = 11/60

Tijd voor 22 producten:
T = 22 ÷ (11/60) = 120 uur

Stap 2 – Bepaal het gecombineerde werktempo van machines A en D:

  • A: 1 product per 8 uur → 1/8
  • D: 1 product per 14 uur → 1/14
  • Samen: 1/8 + 1/14 = 7/56 + 4/56 = 11/56

Tijd voor 22 producten:
T = 22 ÷ (11/56) = 112 uur

Verschil:
120 – 112 = 8 uur

💡 Gouden tip voor Q1000 sommen

Lees eerst de laatste zin van de opgave. Zo weet je direct wat er precies gevraagd wordt — bijvoorbeeld: hoeveel, hoe lang, of wat is het verschil?

Daarna:

  • Noteer de getallen uit de tekst en wat ze betekenen (zoals “2 machines”, “22 producten”, of “€11 per stuk”).
  • Kies de juiste bewerking: optellen, delen, vermenigvuldigen?
  • Controleer logisch of je uitkomst klopt: het antwoord moet altijd realistisch zijn binnen de context.

Meer oefenen met sommen?

Ons oefenpakket voor de Q1000 capaciteitentest bevat 300+ verhaalsommen over tijd, geld, werktempo, afstand, korting en meer.

Je oefent:

  • Praktische situaties die sterk lijken op de echte Q1000-opgaven
  • Verschillende vraagtypen en moeilijkheidsgraden
  • Logisch redeneren onder tijdsdruk

Met duidelijke uitleg na elke opgave en realistische testsimulaties ben je perfect voorbereid op dit onderdeel van de test.

Q1000 persoonlijkheidstest oefenen

De Q1000 persoonlijkheidstest helpt werkgevers te begrijpen hoe jij werkt, samenwerkt en reageert op situaties op de werkvloer. De test geeft inzicht in jouw gedrag en werkstijl, en in hoeverre die passen bij een bepaalde functie of werkomgeving.

De test is opgebouwd rond het Big Five-model: een wereldwijd erkend persoonlijkheidsmodel dat vijf hoofddimensies meet:

  • Extravert – Hoe sociaal en energiek ben je?
  • Vriendelijk – In hoeverre werk je graag samen en houd je rekening met anderen?
  • Zorgvuldig – Ben je nauwkeurig, georganiseerd en doelgericht?
  • Stabiel – Hoe ga je om met stress en spanning?
  • Innovatief – Denk je graag in mogelijkheden en nieuwe ideeën?

De Q1000 gaat nog een stap verder en meet ook combinaties van deze eigenschappen, zoals besluitvaardigheid, sociaal inzicht, of zelfvertrouwen. In totaal worden 15 werkrelevante eigenschappen gemeten.

Je beantwoordt 188 stellingen in ongeveer 20 minuten. De test kent geen goed of fout: het draait om zelfinzicht en om hoe goed jouw profiel aansluit bij de functie.

Waarom oefenen?

Ook al kun je voor deze test niet slagen of zakken, het loont om je goed voor te bereiden. Zo weet je beter wat je kunt verwachten en voorkom je sociaal wenselijke antwoorden die niet passen bij wie je bent of die totaal niet aansluiten bij het functieprofiel.

Voorbeeldvragen uit de Q1000 persoonlijkheidstest

Voorbeeld 1 - Persoonlijkheidstest

In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?

Ik houd mijn emoties altijd onder controle

Klik op een antwoord:

Fout

Fout

Fout

Fout

Fout

Er is geen absoluut juist antwoord, maar…

Deze stelling meet in hoeverre jij je emoties onder controle houdt wat een aspect is van emotionele stabiliteit. In vrijwel alle functies is dit een positieve eigenschap.

Werkgevers zoeken kandidaten die rustig blijven onder druk, professioneel reageren in lastige situaties en hun emoties niet laten overheersen.

Een hoge score (eens of volledig eens) wordt daarom vaak positief beoordeeld, zeker in functies met klantcontact, teamwork of (leidinggevende) verantwoordelijkheid.

Een lage score (oneens of volledig oneens) kan worden opgevat als een risico op emotionele impulsiviteit of stressgevoeligheid.

Voorbeeld 2 - Persoonlijkheidstest

In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?

Tijdens vergaderingen laat ik het woord aan anderen

Klik op een antwoord:

Fout

Fout

Fout

Fout

Fout

Deze stelling meet hoe actief of terughoudend je bent in groepssituaties — een onderdeel van extraversie.

Een lage score (oneens of volledig oneens) geeft aan dat je vaker het woord neemt, wat goed past bij functies waarin leidinggeven, presenteren of besluitvorming belangrijk is.

Een hoge score (eens of volledig eens) wijst erop dat je in groepssituaties liever luistert dan spreekt. Dit is bijvoorbeeld passend bij functies waarin analytisch denken, observeren of zorgvuldige reflectie belangrijk zijn.

Let op: Extraversie is geen zwart-wit kenmerk. Het gaat erom of jouw communicatiestijl past bij de functie.

💡 Gouden tip voor de Q1000 persoonlijkheidstest

Wees eerlijk, maar hou de functie in gedachten. Bij een persoonlijkheidstest zijn er geen goede of foute antwoorden. Toch zijn sommige eigenschappen meer of minder gewenst, afhankelijk van de functie waarvoor je solliciteert.

 

Denk dus goed na over wat een werkgever zoekt: Moet je analytisch zijn? Stressbestendig? Samenwerkingsgericht? Probeer tijdens het beantwoorden van de stellingen consequent te blijven. Kies niet steeds "neutraal", maar laat zien wie je bent en hoe goed jouw profiel past bij de rol.

Meer oefenen met de persoonlijkheidstest?

Ons oefenpakket voor de Q1000 test bevat alles wat je nodig hebt om je goed voor te bereiden op het persoonlijkheidsdeel:

  • Oefentesten in dezelfde stijl als de echte Q1000
  • Uitleg per stelling en inzicht in wat je antwoorden uitstralen
  • Extra modules per eigenschap (zoals stressbestendigheid of extraversie)
  • Functieprofielgidsen: ontdek welke eigenschappen belangrijk zijn voor jouw droombaan

Zo ga je zelfverzekerd en bewust de persoonlijkheidstest in.

Welke werkgevers maken gebruik van de Q1000 test?

De Q1000 test wordt gebruikt door een groeiend aantal organisaties in binnen- en buitenland. Hieronder vind je een greep uit de werkgevers die deze test inzetten tijdens hun selectie- of ontwikkeltrajecten:

  • Defensie. Gebruikt de capaciteitentest in de selectieprocedure voor uiteenlopende functies.
  • Belastingdienst. Past de Q1000 capaciteitentest toe om analytisch denkvermogen te meten.
  • Rijksoverheid. Veel rijksoverheidsinstanties gebruiken de test als onderdeel van sollicitatie-assessments.
  • Gemeente Utrecht en Gemeente Rotterdam. Zetten de capaciteitentest in voor functiebepaling en geschiktheidstoetsing.
  • Nederlandse Spoorwegen (NS). Gebruikt zowel de capaciteitentest als de persoonlijkheidstest binnen een compleet Assessio Bloom-assessment.
  • KLM. Past de capaciteitentest toe bij de werving van onder meer cabinepersoneel en trainees.

Deze organisaties maken gebruik van verschillende versies van de Q1000 test, afhankelijk van het opleidingsniveau en de functie. Bij sommige werkgevers worden alleen cognitieve vaardigheden getest, terwijl anderen ook de persoonlijkheidstest afnemen.

Veelgestelde vragen over de Q1000 test

Dat hangt af van welke onderdelen je moet maken. De capaciteitentest duurt gemiddeld 40 tot 90 minuten, afhankelijk van de versie (verkort of volledig). De persoonlijkheidstest duurt ongeveer 20 minuten.


Er is geen vaste ‘goede’ score. Je uitslag wordt vergeleken met een normgroep die past bij het functie- of opleidingsniveau. Werkgevers kijken of jouw score voldoende aansluit bij wat de functie vraagt.


Bij online afname zie je vaak direct de uitslag van de capaciteitentest. De uitslag van de persoonlijkheidstest wordt meestal in een rapport verwerkt en met je besproken door de organisatie.


De test is pittig, vooral vanwege de tijdsdruk. Je hoeft niet alles goed te hebben, maar het helpt enorm als je van tevoren weet wat je kunt verwachten. Daarom is oefenen zo belangrijk.


Niet letterlijk. Maar je score kan wel bepalen of je doorgaat naar de volgende ronde van een selectietraject.