Alle leerlingen van groep 8 in het reguliere en speciale onderwijs zijn verplicht om een eindtoets af te leggen. Deze wordt georganiseerd door het College voor Toetsen en Examens en wordt beschikbaar gesteld aan alle scholen.
Cito-toets Groep 8 kan een reële uitdaging zijn voor je kind gezien de grote hoeveelheid te kennen leerstof. De sleutel tot succes is om zoveel mogelijk op voorhand te oefenen.
De Cito-toets is een verplichte eindtoets die alle leerlingen uit groep 8 moeten afleggen en meet in welke mate de leerling de referentieniveaus voor taal en rekenen beheerst. Ook geeft de toets advies over welk type vervolgonderwijs het beste past bij de leerling.
De toets wordt tussen april en mei afgenomen en kan zowel op papier als digitaal worden afgenomen. De digitale versie is adaptief wat betekent dat het moeilijkheidsniveau zich automatisch aanpast aan het niveau van de leerling. Maakt hij/zij veel fouten dan worden de opgaven gemakkelijker. Andersom maakt hij/zij weinig fouten dan worden de opgaven steeds moeilijker.
Gezien zo een eindtoets voor heel wat stress kan zorgen is het belangrijk om je kind op tijd voor te bereiden. Op die manier zal hij/zij zich een stuk zelfzekerder voelen op de testdag.
De toets duurt drie halve dagen en bestaat uit ongeveer 200 vragen. De verplichte deel taal en rekenen duurt gemiddeld 2 uur, verspreid over drie dagen. De facultatieve deel wereldoriëntatie bevat 90 vragen en wordt ook tijdens die drie dagen afgenomen en duurt per dag 40 minuten.
De Cito-toets bestaat uit delen van telkens 45 minuten lang. Voor elke test besteedt de leerling ongeveer drie keer 45 minuten aan verschillende taken. Enkel spelling neemt meestal iets minder tijd in beslag. Dit betekent dat de leerling maximaal 45 minuten per test doorbrengt en dat een test uit verschillende onderdelen bestaat. Elke test begint met een aantal voorbeeldvragen waaruit een kind kan bepalen hoe en waar hij/zij moet antwoorden.
Aangezien de duurtijden slechts richtlijnen zijn is het wel mogelijk om dyslectische leerlingen extra tijd te geven om de taken in hun eigen tempo uit te voeren. De leerkracht kan bepalen hoeveel extra tijd de leerling nodig heeft.
Op voorhand oefenen kan ervoor zorgen dan je kind zich lekker in zijn vel zal zitten tijdens de eindtoets. Op het internet bestaan er meerdere sites die tegen betaling oefenmateriaal aanbieden. Het is echter belangrijk om voor hoogwaardig studiemateriaal te kiezen. Zo bespaart je tijd en geld. Bovendien als kinderen van tevoren weten wat hen te wachten staat dan is de kans groot dat zij minder stress ervaren tijdens de echte toets.
Indien je kind ziek is en te toets niet kan afleggen dan kan de school in samenspraak met Cito een nieuwe datum worden opgevraagd tussen april en mei. In dit geval wordt enkel de digitale versie aangeboden.
Volgens de wet moeten basisscholen voor 1 maart een schriftelijke schooladvies geven aan iedere leerling van groep 8. Het schooladvies wordt gebaseerd op de leerprestaties en ontwikkeling van het kind tijdens het hele schoolperiode. Pas nadien volgt er de eindtoets. Afhankelijk van het resultaat volgt er het testadvies. Uiteindelijk bepalen beide adviezen welke type vervolgonderwijs het best past voor de leerling.
Het antwoord is ja. Indien de eindtoets een hoger niveau adviseert dan het schooladvies dan mag er een herziening worden aangevraagd.
Het voorlopig schooladvies geeft aan naar welk schoolniveau je kind waarschijnlijk zal gaan. Nu is het aan jou als ouder om een goede keuze te maken en voor de juiste school te kiezen voor je kind. Wij helpen jou uit en geven een paar handige tips om de juiste beslissing te nemen.
- Informeer je niet enkel naar scholen in je buurt maar zoek ook op het internet naar andere scholen en maak een vergelijking.
- Bezoek scholen tijdens hun opendeurdagen.
- Luister naar wat leerkrachten en leerlingen te vertellen hebben.
- Hou rekening met hoe je kind zich voelt.
- Is er een bepaalde school die je leuk vindt maar je kind denkt er anders over? Praat samen hierover en luister naar de gevoelens van je kind. Probeer samen tot een conclusie te komen.
Enkel de onderdelen wiskunde en taal tellen mee voor de eindscore. Die wordt berekend aan de hand van het aantal goede antwoorden. Uiteindelijk zal iedere leerling een score tussen de 501 en 550 behalen.
Hieronder een overzicht van het type brugklas en onderwijs die voor je kind past afhankelijk van zijn/haar eindscore.
Interval schaalscore | brugklastype |
501 - 520 | Basisberoepsgerichte leerweg |
519 - 525 | Basis-en kaderberoepsgerichte leerweg |
523 - 528 | Kaderberoepsgerichte leerweg |
529 - 533 | Gemengde / theoretische leerweg |
533 - 536 | Gemengde / theoretische leerweg en havo |
537 - 540 | Havo |
540 - 544 | Havo /vwo |
545 - 550 | Vwo |
Interval schaalscore | onderwijstype |
501 - 523 | Basisberoepsgerichte leerweg |
524 - 528 | Basis-en Kaderberoepsgerichte leerweg |
529 - 536 | Gemengde/theoretische leerweg |
537 - 544 | Havo |
545 - 550 | Vwo |
A) Potloden
B) Gommetje
C) Liniaal
D) Kladpapier
- Eerst de vraag lezen en dan de afbeelding bekijken.
- Bekijk grondig de afbeelding. Haal daaruit welke info is nodig en welke info is overbodig.
- Noteer alle relevante gegevens uit de tekst en de afbeelding op papier. Op die manier heb je alles voor je ogen staan.
- Sla een vraag over als je de antwoord niet ken. Ga verder met de volgende vragen en kom pas later op terug.
Breng een gezonde tussendoortje mee zoals een banaan of nootjes. Op die manier blijf je beter en langer geconcentreerd.
Hieronder vind je een reeks vragen met uitleg onderverdeeld per categorie
Taal (schrijven van teksten, spelling, begrijpend lezen en woordenschat)
Studievaardigheden (studieteksten, informatiebronnen, lezen van tabellen en grafieken)
Rekenen-Wiskunde (getallen, verhoudingen, meetkunde, breuken en procenten)
Wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs)
Voor het onderdeel taal komen er vragen over spelling, woordenschat en begrijpend lezen.
Spelling: Hier krijg je per opgave vier zinnen en je moet de fout gespelde zin weten terugvinden.
Woordenschat: Hier wordt gevraagd naar de betekenis van een bepaalde woord of wat het tegenovergestelde is van een bepaald woord.
Begrijpend lezen: Hier krijg je opgaven met een stuk tekst te lezen met daarover vragen.
Lees de volgende zinnen
A) Meneer, geef nu zijn GSM terug.
B) Alle aanvragen werden aanvaard.
C) De foutmelding verschijnt na vijf minuten.
D) De boeren oogstten de gewassen.
Zoek de zin waarin het vetgedrukte werkwoord in de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) staat.
A) Zin 1
B) Zin 2
C) Zin 3
D) Zin 4
Het juiste antwoord is zin 3
Uitleg:
De onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) van het werkwoord verschijnen in de derde persoon enkelvoud is ''verschijnt'' dus is zin 3 het juiste antwoord.
Zin 2 en 4 drukken beide een handeling uit dat heeft plaatsgevonden in het verleden dus komen niet in aanmerking als juiste antwoord.
Zin 1 is ook incorrect want het werkwoord staat in de "gebiedende wijs"
Lees de volgende zinnen
A) Meneer, geef nu zijn GSM terug.
B) Alle aanvragen werden aanvaard.
C) De foutmelding verschijnt na vijf minuten.
D) De boeren oogstten de gewassen.
Zoek de zin waarin het vetgedrukte werkwoord in de onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) staat.
A) Zin 1
B) Zin 2
C) Zin 3
D) Zin 4
Het juiste antwoord is zin 4
Uitleg:
De onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) van het werkwoord oogsten in de derde persoon meervoud is ''oogstten'' dus is zin 4 het juiste antwoord.
Zin 2 staat uitgedrukt in de toekomstige tijd dus komt niet in aanmerking als het juiste antwoord.
Zin 3 staat uitgedrukt in de tegenwoordige tijd en zin 1 drukt een beveel uit in de tegenwoordige tijd. Dus komen ook niet in aanmerking als het juiste antwoord.
Lees de volgende zin
Wie als eerste over de lijn is, wint de wedstrijd.
Welk deel van de zin is de hoofdzin ?
Het juiste antwoord is (wint de wedstrijd).
Uitleg:
Hier staat het onderwerp (de wedstrijd) en persoonsvorm (wint) naast elkaar wat is kenmerkend is voor hoofdzinnen dus is (wint de wedstrijd) het juiste antwoord.
Lees de zin
Omdat Eva jarig is, geeft zij een verjaardagsfeestje.
Welk deel van de zin is de bijzin?
Het juiste antwoord is (geeft zij een verjaardagsfeestje).
Uitleg:
Hier staat het onderwerp (Eva) en persoonsvorm (is) niet naast elkaar wat is kenmerkend is voor bijzinnen dus is (geeft zij een verjaardagsfeestje ) het juiste antwoord.
Lees de zin
Moeder en dochter ondergingen een metamorfose.
Wat betekent het vetgedrukte woord?
A) evolutie
B) transformatie
C) wedergeboorte
D) ontwikkeling
Het juiste antwoord is (B).
Uitleg:
Antwoord (B) is correct omdat de woorden "metamorfose" en "transformatie" beide "dramatische verandering" betekenen.
Antwoord (A) is onjuist omdat "evolutie" verwijst naar ontwikkeling in de tijd, terwijl "metamorfose" verwijst naar een dramatische verandering, hetzij langzaam of snel.
Antwoord (C) is onjuist omdat "wedergeboorte" specifiek verwijst naar iets dat weer tot leven komt, niet naar een dramatische verandering in het algemeen.
Antwoord (D) is onjuist omdat "ontwikkeling" niet noodzakelijkerwijs een dramatische verandering is, terwijl "metamorfose" altijd verwijst naar een dramatische verandering.
Bekijk het woord
statisch
Welk woord betekent het tegenovergestelde van het gegeven woord?
A) extra
B) dynamisch
C) interessant
D) strafrecht
Het juiste antwoord is (B).
Uitleg:
Antwoord (B) is correct omdat de woorden "statisch" en "dynamisch" tegenovergestelde betekenissen hebben. Iets statisch blijft stilstaan, terwijl iets dynamisch beweegt.
De antwoorden (A), (C) en (D) zijn onjuist omdat de woorden 'aanvullend', 'interessant' en 'strafrecht' geen verband houden met de betekenis van het woord 'statisch'.
In welke zin is het vetgedrukte woord verkeerd gespeld?
A) Dit was een spannende confrontatie.
B) De hypocriet deed alsof hij niet kon zingen.
C) Karel wil echt naar het Gimnasium.
D) De veroordeelde kwam niet opdagen.
Het juiste antwoord is (C).
Uitleg:
Antwoord (C) is juist omdat Gimnasium een onjuiste spelling is van het woord Gymnasium.
De antwoorden (A), (B) en (D) zijn correct omdat de woorden "confrontatie", "hypocriet" en "veroordeelde" correct gespeld zijn.
Mijn vader geeft ... hutje gekocht voor onze tuin.
Welk lidwoord komt er voor hutje?
A) de
B) het
Het juiste antwoord is (B)
Uitleg
Als regel geldt er dat verkleinwoorden het als lidwoord verkrijgen.
Het onderdeel studievaardigheden bevat vragen met tabellen, grafieken en kaarten.
Schoolvoetbalteam
Lucas wil zijn dochter voor het dichtstbijzijnde voetbalteam inschrijven. Daarvoor moet hij eerst weten welke teams in hun omgeving beschikbaar zijn. Waarop moet Lucas klikken om meer informatie over de voetbalteams in hun omgeving te vinden?
A) Home
B) Studiebeurs
C) Teams rondom het land
D) Over ons
E) Veelgestelde vragen
F) Contacteer ons
Het juiste antwoord is: Teams rondom het land
Uitleg:
Op de "Home" pagina kunt u algemene informatie verwachten in plaats van specifieke details.
Op de "Studiebeurs" pagina kunt u aanvullende informatie verwachten over de studiebeurzen die aan voetballers worden gegeven.
In de "Veelgestelde vragen" kunt u specifieke vragen verwachten over verschillende onderwerpen.
De inhoud van de eindtoets voor rekenen omvat opgaven in verband met getallen, verhoudingen, meetkunde en verbanden.
Laat ons een paar voorbeelden bekijken.
A) Tank A
B) Tank B
C) Beide tanks hebben dezelfde hoeveelheid water
Het juiste antwoord is tank B.
Uitleg:
De hoeveelheid water komt niet noodzakelijkerwijs overeen met de hoogte van het wateroppervlak.
Deze vraag is een goed voorbeeld.
Merk op dat de zijkant van elke tank is onderverdeeld in zes gelijke delen. Zo zijn de tanks verdeeld in zes delen, en elk deel kan een zesde van de totale hoeveelheid van de tank bevatten.
Je weet dat tank A tot 150 liter kan bevatten.
Daarnaast zijn er drie delen van de tank vol. Dit kan ook gezien worden als de helft van de tank vol is. De hoeveelheid water in tank A is dus de helft van de volledige hoeveelheid water. Dit kan berekend worden als 150 : 2 = 75 liter.
Tank B is ook in zes delen verdeeld, maar slechts 2 daarvan zijn vol. Dit kan ook gezien worden als een derde van de tank vol is. De hoeveelheid water in tank B is dus een derde van de volledige hoeveelheid water. Dit kan berekend worden als 300 : 3 = 100 liter.
Aangezien 100 liter meer dan 75 liter is, bevat tank B meer water (ook al lijkt het wateroppervlak lager).
Er is een andere manier om de hoeveelheid water in een tank te berekenen: Aangezien elke tank in zes gelijke delen is verdeeld, Kan je de hoeveelheid water berekenen die in elk deel past door de totale hoeveelheid water te delen door zes. Bijvoorbeeld, elk deel in tank A zal 150 : 6 = 25 bevatten.
Nu je weet hoeveel water elk onderdeel bevat, tel je het aantal volle onderdelen. Tank A heeft 3 volle delen. De hoeveelheid water in tank A bevat dus 25 × 3 = 75 liter.
Wat is de som van volgende getallen?
800,000 + 70,000 + 4000 + 400 + 3 = ?
A) 870,443
B) 874,403
C) 874,043
D) 87,443
Uitleg:
Het juiste antwoord is 874,403.
De cijfers van een getal hebben een plaatswaarde. De waarde van elk cijfer komt overeen met de plaats in een getal. Bijvoorbeeld, in het getal 123; 3 geeft de eenheden aan, 2 de tientallen en 1 de honderden. Bij het optellen van grote getallen is het belangrijk om de plaatswaarde van elk cijfer te begrijpen. Je kan een tabel gebruiken om nummers op de juiste plaats te plaatsen. In deze vraag zou het getal 874,403 als volgt worden verdeeld:
Honderd-duizenden |
Tien- duizenden |
Duizenden | Honderden | Tientallen | Eenheden |
8 | 7 | 4 | 4 | 0 | 3 |
In 800.000 wordt de 8 vertaald als het cijfer onder de rubriek van de “Honderdduizenden”. In 70.000 wordt de 7 vertaald als het cijfer in de rubriek van de "Tienduizenden" enz...
De huidige tijd wordt hieronder in de klok weergegeven. Amalia luncht elke dag precies om 12 uur 's middags. Hoe lang moet ze nog wachten?
A) 111 minuten
B) 101 minuten
C) 91 minuten
D) 51 minuten
Het juiste antwoord is 111 minuten.
Uitleg:
Het juiste antwoord is 111 minuten. De klok geeft aan dat de huidige tijd 10:09 uur is. Middag betekent 12:00 uur 's middags. Daarom wordt je gevraagd hoeveel tijd er tussen 10:09 en 12:00 minuten verstrijkt. Van 10:09 tot 11:00 uur moet Amalia 51 minuten wachten. Van 11:00 tot 12:00 uur moet Amalia nog een uur wachten, dat is 60 minuten. In totaal moet Amalia dus 51 + 60 = 111 minuten wachten.
Bram wilde het goedkoopste pakket gloeilampen kopen. Welk pakket gloeilampen kost het minst?
Gele gloeilampen komen in een doos van 8 stuks en kosten € 5 per stuk. Blauwe gloeilampen komen in een doos van 14 stuks en kosten € 3 per stuk.
A) De doos met gele gloeilampen
B) De doos met blauwe gloeilampen
C) Beide kosten evenveel
Uitleg:
Het juiste antwoord is de doos met gele gloeilampen.
Elke gele gloeilamp kost € 5,- en elke verpakking gele gloeilampen bevat 8 gloeilampen. De totale kosten van de verpakking bedragen dus € 5,- per verpakking.
5×8= € 40
Elke blauwe gloeilamp kost € 3,- en elke verpakking van blauwe gloeilampen bevat 14 gloeilampen. Daarom zijn de totale kosten van het pakketje als volgt
3×14= € 42
Sinds 40 < 42 is de doos met gele gloeilampen goedkoper.
Er zijn 35 studenten in Julia's klas. 3 van de 5 studenten in Julia's klas zijn meisjes. Hoeveel meisjes zitten er in totaal in de klas van Julia?
A) 14
B) 20
C) 21
D) 28
Het juiste antwoord is 21.
Uitleg:
Er zijn 35 studenten in de klas van Julia. 3 van de 5 studenten in de klas zijn meisjes. Dit wordt de verhouding genoemd. Je kunt de verhouding in een tabel zetten:
Jongens |
Meisjes |
Totaal |
|
3 |
5 |
Je kan de kolom "jongens" invullen, door het aantal meisjes af te trekken van het totaal aantal meisjes 5 - 3 = 2.
Jongens |
Meisjes |
Totaal |
2 |
3 |
5 |
Aangezien deze verhouding voor de hele klas geldt, moet deze worden aangehouden. Voor elke 3 meisjes zijn er 2 jongens. Je kan meer rijen in de tabel plaatsen, terwijl je de verhouding behoudt:
Jongens |
Meisjes |
Totaal |
2 |
3 |
5 |
2 x 2 = 4 |
3 x 2 = 6 |
5 x 2 =10 |
3 x 2 = 6 |
3 x 3 = 9 |
5 x 3 = 15 |
… |
… |
… |
in de tabel kan je zien dat de verhouding wordt vermenigvuldigd met 2, dan met 3. Als je de oorspronkelijke verhouding vermenigvuldigt of deelt, wordt deze aangehouden.
Aangezien er 35 leerlingen in de klas zijn, moet je nagaan hoeveel keer 5 in 35 past. Het antwoord is
35 : 5 = 7
Omdat 5 wordt vermenigvuldigd met 7 om 35 te krijgen. Het totale aantal meisjes zou dan 3 vermenigvuldigd met 7 moeten zijn.
3 x 7 = 21.
De school bepaalt zelf of de leerlingen het onderdeel wereldoriëntatie moeten afleggen of niet. Het gaat voornamelijk om vragen over aardrijkskunde en geschiedenis.
Voorbeeldvragen
A) Hoe ontstaan gletsjers?
B) Hoe ontstaan vulkanen?
C) Hoe noemt de grootste woestijn op aarde
D) Wat is 's werelds grootste meer
E) In welk werelddeel bevindt zich de Nijl?
F) Wat is het grootste land ter wereld?
Wil je je kind verder laten oefenen op de verschillende vaardigheden die aan bod komen tijdens de eindtoets? Dat kan!
JobTestPrep werkt momenteel aan een online versie van de eindtoets in 2021. Hierdoor krijg je kind een goed inzicht van wat hem/haar te wachten staat.
Schrijf je nu in en wij verwittigen jou zodra onze GRATIS Cito-toets beschikbaar is.
Cito, Cito-toets, en andere handelsmerken hierin opgenomen zijn eigendom van hun respectievelijke merkhouders. Geen van de merkhouders is aangesloten bij JobTestPrep.