Inductief redeneren oefenen – GRATIS tests met uitleg

Inductief redeneren – ook wel inductief logisch denken genoemd – is een vast onderdeel van veel assessments. Tijdens deze test moet je patronen herkennen, logische verbanden leggen en voorspellen wat er volgt.

Wil je inductief redeneren oefenen? Op deze pagina ontdek je wat inductief redeneren is, maak je een gratis oefentest met voorbeeldvragen en uitleg en krijg je tips om beter te scoren.


Inductief Redeneren PrepPack™

Eenmalige betaling
1.000.000+ tevreden gebruikers

Dit Inductief Redeneren PrepPack™ bevat:

  • 30 dagen toegang tot alle abstract redeneren-tests
  • Een diagnostische test om snel te zien waar je nu staat
  • 200+ Next in Series-vragen – ontdek welk figuur logisch volgt in de reeks
  • 160+ Matrixen – vul het ontbrekende figuur aan in een 3x3 raster
  • 250+ A/B Set-vragen – vergelijk twee sets figuren en kies het juiste antwoord
  • 120+ Odd One Out-vragen – vind het figuur dat niet in het patroon past
  • 40+ Analogieën – herken logische relaties tussen vormen
  • Een interactieve studiegids om je voorbereiding gericht te plannen
  • Praktische tips en uitleg per vraagtype
  • Volledige uitleg bij elk antwoord – leer van je fouten
  • Persoonlijk scoreoverzicht na elke test
  • Te gebruiken op elk apparaat, volledig online

Hoi! Ik ben Robert, product- en contentmanager bij JobTestPrep Nederland. Heb je een vraag of opmerking over inductief redeneren? Stuur me dan gerust een e-mail.

Inhoudsopgave

Wat is inductief redeneren?

Bij inductief redeneren trek je op basis van observaties of patronen een conclusie die aannemelijk is. Je redeneert van specifieke voorbeelden naar een algemene regel. De conclusie is logisch afgeleid, maar blijft een inschatting en niet een vaststaand feit zoals bij deductief redeneren.

Inductief redeneren – ook wel inductief logisch denken genoemd – komt veel voor in capaciteitentests. Je krijgt bijvoorbeeld een reeks figuren of symbolen te zien en moet bepalen welk element logisch volgt. Het draait om patroonherkenning, logisch nadenken en het leggen van verbanden.

Ook in het dagelijks leven gebruik je regelmatig inductief redeneren, vaak zonder dat je het doorhebt. Denk aan het oplossen van puzzels, het herkennen van trends of het doen van voorspellingen op basis van eerdere ervaringen.

Een voorbeeld van inductief redeneren

Een duidelijk voorbeeld van inductief redeneren: 

Je ziet dat op meerdere dagen een bepaalde bus te laat komt. Je concludeert dat deze buslijn structureel vertraging heeft.

Op basis van herhaalde observaties trek je een algemene conclusie. Die is aannemelijk, maar niet gegarandeerd en dat is typisch voor inductief redeneren. 

Je komt dit type redenering ook tegen in capaciteitentests, vaak in de vorm van een visuele reeks. Bijvoorbeeld:

⬛ ⬜ ⬛ ⬜ ❓

Wat volgt er?

Het juiste antwoord is een zwart vierkant (⬛), omdat de reeks afwisselend zwart-wit is.

Dit zijn eenvoudige voorbeelden, maar de logica of patronen kunnen al snel ingewikkelder worden – of het nu om tekstuele observaties of visuele reeksen gaat.

Daarom is het belangrijk om dit soort vragen te oefenen, zodat je sneller verbanden herkent en zelfverzekerd presteert tijdens je test.

Gratis inductief redeneren oefenen

Laten we nu aan de slag gaan met enkele voorbeeldvragen. Deze oefenvragen helpen je vertrouwd te raken met de logica en opbouw van inductieve redeneertests.

Je oefent met patronen, reeksen en visuele verbanden – precies zoals je ze ook in echte assessments tegenkomt. De uitleg onder elk antwoord laat je stap voor stap zien hoe je tot de oplossing komt.

Let op: de vragen hieronder zijn in het Nederlands, maar de meeste officiële tests worden in het Engels afgenomen.

Voorbeeldvraag 1 - De volgende in de reeks (Next in Series)

Welk figuur volgt logisch in de reeks?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Fout

Juist!

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het correcte antwoord is: optie 5.

Uitleg:

Het eerste figuur toont een raster met twee rijen van elk vier verticale vakken: een bovenste rij en een onderste rij.

De bovenste rij blijft gedurende de hele reeks op dezelfde plek – die verandert niet.

De onderste rij verschuift langzaam omhoog, stap voor stap.

  • In elk volgend figuur schuift deze onderste rij iets verder naar boven.
  • In het vierde figuur bereikt de onderste rij de bovenste rij en overlapt deze volledig.
  • Vanaf dat punt beweegt de onderste rij verder omhoog en verdwijnt geleidelijk uit beeld – het bovenste deel ervan is dan niet meer zichtbaar.

Conclusie: het volgende figuur moet laten zien dat de onderste rij nog verder is opgeschoven. De enige optie die dat laat zien, is antwoordoptie 5, waarin de onderste rij duidelijk verder omhoog is geklommen.

Voorbeeldvraag 2 - Matrix

Welk figuur past logisch in de matrix op de plek van het vraagteken?

Klik op het juiste antwoord:

Fout

Fout

Fout

Fout

Fout

Fout

Juist!

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het correcte antwoord is: optie 7.

Uitleg:

In deze matrix zijn drie soorten patronen te herkennen. Elk patroon komt precies één keer voor in elke rij en elke kolom:

  • Een paar identieke diagonale pijlen (zoals linksboven in de matrix).
  • Een paar diagonale pijlen die parallel lopen maar in tegengestelde richting wijzen (zoals linksonder).
  • Een paar diagonale pijlen die loodrecht op elkaar staan (zoals in het midden links).

In de rij en kolom van het ontbrekende vakje zien we al een paar identieke pijlen en een paar loodrechte pijlen. Het ontbrekende vakje moet dus een paar pijlen bevatten die parallel lopen maar in tegengestelde richting wijzen.

De enige optie die daaraan voldoet is optie 7.

Let op: dit is een voorbeeld van de 'meest sluitende logica'-regel

Soms kun je meerdere logische patronen herkennen die elk tot een ander antwoord leiden. In dat geval kies je altijd de betere, meer omvattende logica – dus degene die zowel op de rijen als kolommen toepasbaar is, en niet alleen op één van de twee.

In dit voorbeeld zou je kunnen redeneren: “Elke kolom bestaat uit een linker- en rechterhelft, en in elke helft komen twee identieke pijlen voor die loodrecht staan op de derde.” Op basis van die logica zou optie 2 correct zijn.

Maar omdat deze redenering alleen op de kolommen toepasbaar is en niet op de rijen, valt deze af. De eerdere logica – die zowel de rijen als kolommen verklaart – is vollediger en dus leidend.

Voorbeeldvraag 3 - A of B (A/B sets)

Past het enkele figuur bij set A, B of geen van beide?

Enkele figuur ↑

Set A ↑

Set B ↑

Klik op het juiste antwoord:

Juist!

Fout

Fout

Klik hier voor het antwoord en de uitleg

Het correcte antwoord is: Set A.

Uitleg:

Set A: Zowel de letters als de cijfers volgen elkaar op met steeds één teken of getal ertussen (er wordt telkens één overgeslagen).

Set B: De letters vormen samen het woord SHORT, maar staan in willekeurige volgorde. De cijfers zijn wel opeenvolgend, maar hoeven niet in de juiste volgorde te staan.

De testfiguur hoort bij Set A:

  • De letters (G, I, K, M, O, Q) volgen elkaar op met telkens één letter ertussen.
  • De cijfers (1, 3, 5, 7, 9) vormen een reeks waarbij ook steeds één getal wordt overgeslagen.

Meer oefenen?

Bereid je optimaal voor op jouw assessment met ons Inductief Redeneren PrepPack™.

Oefen met 500+ voorbeeldvragen, realistische testsimulaties onder tijdsdruk, studiegidsen en videotutorials – en vergroot je kans op succes.

10 tips voor het beantwoorden van inductief redeneren-vragen

  1. Bekijk eerst de hele reeks. Kijk naar álle figuren voordat je naar het antwoord kijkt. Vaak zit de logica in de overgang tussen meerdere stappen.
  2. Let op herhaling en structuur. Zoek naar herhalende elementen: vormen, kleuren, lijnen, rotaties of posities.
  3. Kijk horizontaal én verticaal. Sommige patronen verlopen in rijen, andere in kolommen – of beide tegelijk.
  4. Tel onderdelen. Let op aantallen: hoeveel vakjes, lijnen of symbolen zie je? Soms zit het patroon in optellen of aftrekken.
  5. Check richtingen en rotaties. Veranderen vormen van richting? Draaien ze met de klok mee of juist tegen de klok in?
  6. Sluit foute antwoorden uit. Weet je het niet zeker? Begin met het elimineren van onlogische opties.
  7. Verlies geen tijd op één vraag. Blijf niet hangen – sla moeilijke vragen over en kom later terug als er tijd is.
  8. Oefen onder tijdsdruk. Tijdens de echte test heb je weinig tijd. Train jezelf op snelheid én nauwkeurigheid.
  9. Blijf rustig en werk systematisch. Inductieve vragen kunnen verwarrend zijn. Werk stap voor stap en panikeer niet.
  10. Gebruik uitleg en foutanalyse. Oefen met uitleg erbij. Leer van fouten – dat helpt je patronen sneller herkennen.

Veelgestelde vragen over inductief redeneren

Inductief redeneren betekent dat je van specifieke observaties naar een algemene conclusie redeneert. Bij deductief redeneren doe je het tegenovergestelde: je past een algemene regel toe op een specifieke situatie.

Voorbeeld:

Inductief: “De afgelopen drie ochtenden was het druk in de trein, dus het zal morgenochtend ook wel druk zijn.”

Deductief: “Alle ochtendtreinen zijn druk. Dit is een ochtendtrein, dus die zal druk zijn.”


Je krijgt meestal visuele vragen met patronen, reeksen, roterende vormen of matrixvragen. Je moet het logische vervolg in een reeks of de ontbrekende figuur in een matrix bepalen.


Nee. Bij abstract redeneren ligt de nadruk op patroonherkenning in abstracte figuren, zonder concrete logica of volgorde. Inductief redeneren draait om het afleiden van regels uit herhaalde waarnemingen of voorbeelden.

Bovendien is abstract redeneren altijd visueel, terwijl het bij inductief redeneren ook om tekst (verbaal redeneren) of cijfers (numeriek redeneren) kan draaien.


Werkgevers willen zien hoe goed je verbanden kunt leggen, logica herkent en met beperkte informatie een patroon kunt ontdekken. Dat zegt iets over je leervermogen, probleemoplossend vermogen en analytisch denken.


De meeste inductieve redeneertests worden in het Engels afgenomen, zeker bij grote bureaus zoals SHL, Aon of Talogy. Het is dus verstandig om vooral in het Engels te oefenen. Ons Inductief Redeneren PrepPack™ is volledig Engelstalig.


Inductief redeneren komt voor in assessments bij grote organisaties, vooral in het hoger segment van de arbeidsmarkt. Denk aan overheidsinstellingen, banken, consultancybureaus, verzekeraars en internationale bedrijven zoals:

  • Rijksoverheid
  • ABN AMRO
  • KPMG
  • Shell
  • ASML
  • Philips

Ook bij traineeships, managementfuncties en selectieprocedures voor technische of analytische rollen wordt deze test vaak ingezet.


De meest voorkomende testaanbieders zijn:

  • SHL – bekend om matrixvragen en abstracte figuren
  • Aon/Cut-e – korte, tijdsgebonden testen met visuele patronen
  • Talogy (voorheen Cubiks) – vaak gebruikt bij overheidsfuncties
  • Harver – veel gebruikt in online selectietools
  • Assessio – vooral in Scandinavië en Nederland actief

De testvorm en moeilijkheid kunnen per aanbieder verschillen, maar de kern blijft: herken patronen, trek logische conclusies, en doe dit snel.